Het overzetveer is elke dag open tijdens de paasvakantie (april), en vanaf 1 mei tot eind september, net zoals de weekends in april die buiten de paasvakantie vallen, en die van Oktober (zie onderaan).
Al in de Middeleeuwen exploiteerden de monniken van de abdij van Waulsort een overzetveer tegenover de oude abij, niet zo ver van de huidige plaats. Aan het begin van de 19e eeuw waren er ongeveer 10 veren tussen de Franse grens tot in Namen. Het veer van Waulsort is de laatste in functie op de Maas.
Vanaf 1871, na de bouw van de spoorlijn tussen Dinant en Givet op de linkeroever (geopend in 1863), konden de bewoners van de dorpjes Falmagne en Falmignoul via dit overzetveer de andere oever bereiken en zo de trein naar Dinant nemen. Het veer werkte in de zomer (met behulp van een onderwaterkabel) en in de winter (antennekabel). Het maakt daarom deel uit van het erfgoed van Waulsort.
De boot die werd gebruikt door onze voorouders was de gondel (term daterend uit de 13e eeuw). Hij was gemaakt van hout met een lengte van 12-13 m, 1,50 m breed en 0,70 m diep. Beide uiteinden waren verhoogd, waardoor het gemakkelijker was om zowel mensen als goederen in te laden of te lossen vanop de oeverkant. De boot werd manueel bestuurd met een râble, dat is een paal voorzien van een ronde plank op het eind.
Tegenwoordig is de gondel vervangen door een gewone 'bak' en gebruikt de schipper een "schoen" en een onderwaterkabel om de boot te sturen.
Bekijk de film film consacré au passeur d'eau, van "Matélé" (Anne Pirson en Philippe Palamin)
Meer informatie: Mr John Noseda (Port de Waulsort) Tél: 0476/33.14.81